BLGV - AGLB

Gipspleister

Wat?

Gipspleister is een laag van enkele millimeters tot enkele centimeters dik, in hoofdzaak bestaande uit gips of kalk, soms met zand en andere toeslagstoffen vermengd, aangebracht op een muur, gewelf of plafond. Door pleisterwerk wordt soms ook zand gedaan. Het wordt dan enigszins korrelig van structuur. Dit type muren wordt daarna afgewerkt met verf. Het doel van het pleisteren of stucadoren is om muren of plafonds vlak en luchtdicht te maken, zodat ze later verder afgewerkt kunnen worden. Bijvoorbeeld behangen of gesausd.

Gipspleisterwerk is tegenwoordig meestal glad of met een geribde structuur, zonder versieringen. Als een stukadoor pleisterwerk met profielen, sierlijsten, rozetten e.d. aanbrengt, spreekt men van stuc, stucco of sierstucwerk. Het is vaak gespecialiseerd werk waar een vakman, een sierstucwerker voor nodig is.

Gipspleisters horen in onze contreien nog steeds tot de meest gevraagde afwerkmaterialen. Dit enerzijds door de vraag van de bouwheer naar massieve bouwconstructies, maar ook de wens van de opdrachtgever naar bijzonder witte toplagen.  Er zijn talrijke mogelijkheden om een wand met gips af te werken: van een egaal glad gepleisterde wand tot en met een rijkelijk gestructureerd oppervlak in schuurgips. Ook wanneer de oppervlakken later moeten geschilderd, behangen of betegeld worden, biedt dit moderne bouwmateriaal de ideale ondergrond. Handgipsen, spuitgipsen en dunpleisters: het aanbod is zo breed dat er moeiteloos kan tegemoet worden gekomen aan de meest uiteenlopende noden en de meest veeleisende bouwnormen.

Andere woorden voor pleister zijn: kalk, witkalk, muurkalk, plaaster, pleistermortel, pleisterkalk, stuc en witsel.

Productie:

Het gips dat een eerste maalbeurt onderging, wordt een tijdlang opgeslagen en bij de aanvang van de uiteindelijke productie met de grondverzetmachine afgegraven om naar de transportband vervoerd te worden. Vervolgens wordt het gips, voor deze naar de voorraadsilo’s van de ovens getransporteerd wordt, een tweede keer vermalen. Een bandweegschaal aan de inkom van elke oven laat toe om het gips te doseren.  De branders van de draaiovens worden gevoed door aardgas, bruinkool of stookolie. Elke oven is uitgerust met een filter en een zeefinstallatie om een poeder te verkrijgen waarvan de korrelgrootte max 1,25 mm bedraagt.

Van zodra de gipsen het bakproces verlaten, worden deze opnieuw in silo’s gestockeerd. De eindproducten worden afgewogen en met diverse componenten gemengd. De installatie bestaat uit 6 volautomatisch gestuurde weegschalen bevoorraad door schroeven zonder einde.

Eens het afwegen beëindigd, wordt de samenstelling met een mixer gemengd waarna alles afgevoerd wordt naar de afzakmachine of naar de silo’s voor bulktransport.

De meeste gipspleisters worden gemaakt op basis van gips met een hoge zuiverheid, De onzuiverheden die in die plaaster voorkomen zijn hoofdzakelijk samengesteld uit Calciumcarbonaat. Deze pleisters bevatten noch zware metalen, noch toxische produkten. Gipspleisters bevatten hulpstoffen (dosissen lager dan 1 op duizend) om de binding, de vloeibaarheid of verwerkbaarheid te verbeteren. Geen enkel gebruikt additief is opgenomen onder de classificatie “gevaarlijke stoffen”.

Vandaag de dag worden stucadoors geconfronteerd met zeer uitéénlopende werkomstandigheden. Om deze reden is het aanbod van gipspleisters op de markt ook erg divers. Er kan gekeken worden naar de uithardingstijd of de zwaarte van de pleisters. De meeste pleisters zijn ook zowel machinaal als manueel verwerkbaar.

 

Voordelen:

  • Milieuvriendelijk

  • Vochtregulerend

  • Brandvertragend

  • Makkelijk verwerkbaar

  • Breed toepasbaar

  • Mooi om te zien